In het Treasurystatuut is vastgelegd dat periodiek wordt gerapporteerd over de voortgang van de treasury activiteiten zoals weergegeven in de treasuryparagraaf van de begroting van het lopende jaar.
Algemene ontwikkelingen
Meer informatie
Impact Covid-19 versus Treasury
De impact van Covid-19 op het gebied van cashmanagement respectievelijk de cash flow bij organisaties is in het algemeen fors. Gezien vanuit de gemeente Deventer raakt het ook de cash flow (o.a. minder inkomsten vanuit parkeren), het cash management (toepassing/aanpassing betalingsregelingen: uitstel betaling belastingen voor bedrijven), verbonden partijen (bevoorschotting), bedrijven en burgers. Kortom dit heeft rechtstreeks een gevolg op de kasgeldpositie van de gemeente; in het verlengde hiervan is het volgende van belang.
De gemeente Deventer heeft een rekening-courant limiet bij de BNG van € 28 miljoen. De kasgeldlimiet (zie ook de passage: Kasgeldlimiet onder 1.6.1.3.4) hebben we in het eerste kwartaal 2021 niet overschreden.
Op dit moment is de inschatting dat geen aanvullende lening behoeft te worden aangetrokken. Indien door een wijziging in de omstandigheden toch nog een financieringsbehoefte 2021 naar voren komt dan kan er snel tegen gunstige condities geld (lees negatieve rente) worden aangetrokken op de geldmarkt of de kapitaalmarkt.
Interne ontwikkelingen
Geldmarkttransacties
In de periode januari tot en met maart 2021 zijn er geen kortlopende leningen aangetrokken.
Kapitaalmarkttransacties
Aangetrokken langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met maart 2021 zijn er geen langlopende geldleningen aangetrokken.
Overgenomen langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met maart 2021 zijn er geen langlopende geldleningen overgenomen.
Verstrekte langlopende geldleningen
In de periode januari tot en met april 2021 is er één langlopende geldlening van €400.000 verstrekt aan het Sportbedrijf Deventer voor Avior in de Scheg conform B&W-besluit 16 januari 2021.
Externe ontwikkelingen
Schatkistbankieren
In december 2013 is het zogenoemde schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo uitkomen, moet stallen bij het Rijk. Voor de gemeente Deventer geldt dat het saldo vanaf €2,2 miljoen automatisch wordt afgeroomd. Ook is het mogelijk om overtollige middelen te beleggen bij andere overheden zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De hoofdreden van deze verplichting is om het EMU saldo op Rijksniveau terug te dringen. Een bijkomende reden is dat gemeenten (en andere lagere overheden) op deze wijze geen risico’s lopen op hun uitgezette gelden.
Deventer heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet bedraagt voor 2021 €31,1 miljoen. In 2021 is in de maanden januari t/m maart gebruik gemaakt van schatkistbankieren.
Het drempelbedrag schatkistbankieren bedraagt voor 2021 € 2.748.420 en moet per kwartaal worden geplaatst tegenover het gemiddeld op dag basis buiten ’s Rijks schatkist gehouden middelen. Dus tegenover het gemiddelde van alle gemeentelijke bankrekeningen.
In het eerste kwartaal is dit drempelbedrag niet overschreden. Bij overschrijding staan overigens geen sancties tegenover. In 2018, 2019 en 2020 zijn maatregelen genomen om binnen de limiet van schatkistbankieren te werken. De maatregelen betreffen:
- Nog frequenter betalen van voorschotten inzake de ontvangen belastingopbrengsten: in plaats van tweewekelijks naar 2 maal per week aan de gemeenten van DOWR zodat het gemiddeld saldo van de betreffende BNG belastingrekening lager zal zijn. De afspraken rondom de frequentie zijn nagekomen;
- Het periodiek afromen van een bankrekening waar permanent sprake is geweest van een gemiddeld hoog saldo (kortom een te hoog ijzeren voorraad aan liquide middelen) en begrenzing maximum saldo bankrekening. Dit laatste aspect houdt in dat automatisch afroming moet gaan plaatsvinden naar de BNG hoofdrekening. De verwachting is dat vanaf het tweede kwartaal 2021 binnen de limiet van schatkistbankieren wordt gewerkt.
Renteontwikkeling
Een belangrijke factor bij de uitvoering van het treasurybeleid is het verloop van de geld- en kapitaalmarktrente. De visie ten aanzien van de renteontwikkeling is medebepalend voor het te volgen financieringsbeleid. De gemeente baseert haar rentevisie op de verwachtingen van Thésor Marktperspectief.
Een substantiële verhoging van het toekomstig rentebeeld is niet erg waarschijnlijk.
Begin maart was er nog sprake van een ronduit positief economisch sentiment. Economische groeiverwachtingen hadden geleid tot een stijging in de rente en inflatieverwachtingen. Uit de meest recente rentevisie (Thésor Marktperspectief 30 maart 2021) blijkt dat naar verwachting de kapitaalmarktrente nog steeds laag zal blijven. Bij langlopende leningen met een looptijd van 1 tot en met 9 is er nog steeds sprake van negatieve rente en leveren bij het aangaan van dergelijke leningen rentebaten op.
Financiële instellingen berekenen hier wel een opslag voor risico’s, kosten en winst. Voor gemeenten deze momenteel, afhankelijk van de looptijd tussen de 0,1% - 0,4%.
Gemeentefinanciering
Meer informatie
Leningenportefeuille
De omvang van de leningenportefeuille bedraagt per 1 januari 2021 afgerond €282 miljoen.
Hieronder is de omvang van de leningenportefeuille tot 1 april 2021 schematisch weergegeven.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Leningenportefeuille | Bedrag | Toelichting |
Stand per 1 januari 2021 | 282,0 | |
Contractuele aflossingen tot en met maart 2021 | 3,4 | nog af te lossen in 2021: € 35,6 miljoen: dus in totaal € 39,0 miljoen |
Nieuwe leningen tot en met maart 2021 | 0,0 | |
Stand per 1 april 2021 | 278,6 |
Risicobeheer
De te lopen risico’s in relatie tot treasury zijn onder te verdelen in renterisico’s, kredietrisico’s en valutarisico’s. Omdat de gemeente Deventer niet handelt in verschillende valuta, zijn er geen valutarisico’s. Verder zijn er met betrekking tot kredietrisico’s geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Wij beperken ons daarom tot de renterisico’s.
Renterisicobeheer
De Wet Fido kent een tweetal instrumenten om de renterisico’s binnen de perken te houden, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet wordt bij aanvang van de begroting (begrotingstotaal afgerond €366 miljoen) vastgesteld en bedraagt voor 2021 €31,1 miljoen; de limiet bedraagt een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (8,5%) van de begrote gemeentelijke lasten.
Deze limiet geeft de toelaatbare omvang aan van de netto vlottende (kortlopende) schuld. Het verloop van de kasgeldlimiet vertoonde in het eerste kwartaal 2021 het volgende beeld.
(bedragen x €1.000) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verloop stand kasgeldlimiet 2021 | 1 jan | 1 feb | 1 maart | ||||||
1. Vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | ||||||
2. Vlottende middelen | 27.047 | 7.616 | 13.227 | ||||||
3. Saldo | -27.047 | -7.616 | -13.227 | ||||||
4. Kwartaalsaldo | 15.963 | ||||||||
Kasgeldlimiet | 31.110 | ||||||||
Overschrijding (-) ruimte (+) | 47.073 |
De kasgeldlimiet is in het eerste kwartaal 2021 niet overschreden. Iedere 3 maanden wordt de stand van de netto vlottende schuld van de gemeente getoetst aan de kasgeldlimiet. Bij een te verwachten langere termijn overschrijding van de kasgeldlimiet dient tot consolidatie van de vlottende schuld te worden overgaan en dienen daardoor langlopende financieringsmiddelen te worden aangetrokken.
De provincie neemt maatregelen wanneer de kasgeldlimiet in 3 opeenvolgende kwartalen wordt overschreden.
Renterisiconorm
De renterisiconorm is geïntroduceerd om de renterisico’s op langlopende financieringsmiddelen in te perken. De jaarlijkse renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering mogen niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De begrote renterisiconorm voor 2021 bedraagt €73,2 miljoen.
De toets van de renterisico’s aan de hand van de renterisiconorm verloopt dan als volgt:
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Opstelling rentelasten | Begroting 2021 | 1ste kwartaalrapportage 2021 |
Renterisico's op vaste schuld | ||
1a. Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,00 | 0,00 |
1b. Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,00 | 0,00 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0,00 | 0,00 |
3. Aflossingen | 39,04 | 3,41 |
4. Netto nieuw aan te trekken vaste schuld (3) | 39,04 | 3,41 |
Rente risiconorm | ||
5. Stand van de begroting per 1 januari | 366 | 366 |
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentages | 20,00% | 20,00% |
7. Rente risiconorm | 73,20 | 73,20 |
Toets rente risiconorm | ||
8. Rente risiconorm (7) | 73,20 | 73,20 |
9. Renterisico op vaste schuld (4) | 39,04 | 3,41 |
10. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) | 34,16 | 69,79 |
In het eerste kwartaal van 2021 wordt ruimschoots voldaan aan de rente risiconorm.
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Projectfinanciering is in het verleden zeer beperkt toegepast. Voor investeringen wordt een gemiddelde rente gebruikt. Dit heet omslagrente. Voor de begroting 2021 is deze becijferd conform de berekening van het percentage op grond van de regels in besluit begroting en verantwoording (BBV) en geldt een percentage van 2,2%. Voor de toerekening aan de grondexploitaties geldt een percentage van 2,4%. Verschillen tussen de vooraf geraamde rentelasten en de werkelijke rentelasten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
Om te voorzien in de financieringsbehoefte staan de gemeente interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves, oftewel eigen vermogen, en de voorzieningen. De externe financieringsmiddelen bestaan uit de opgenomen langlopende geldleningen en kortlopende middelen (bijvoorbeeld rekening courant en werkkapitaal), oftewel het vreemde vermogen. In het treasurystatuut is opgenomen dat de gemeente zoveel mogelijk gebruik zal maken van de intern beschikbare financieringsmiddelen.
(bedragen x €1 miljoen) | |||
---|---|---|---|
Renteresultaat | Primitieve begroting 2021 | 1ste kwartaalrapportage 2021 | Verschil |
Rentelasten | |||
Rente korte financieringsmiddelen | - | - | - |
Rente langlopende geldleningen | 8,32 | 8,27 | -0,05 |
Rente eigen financieringsmiddelen | 0,49 | 0,48 | -0,01 |
Rentebijdrage exploitatie | - | - | - |
Cw wethouderspensioen | 0,17 | 0,17 | 0,00 |
Cw verliesvoorziening grondbedrijf | 1,00 | 0,98 | -0,02 |
Totaal lasten | 9,98 | 9,90 | -0,08 |
Renteopbrengsten | |||
Doorberekening aan activa i.v.m. kapitaalbeslag | 9,36 | 9,41 | 0,05 |
Totaal opbrengsten | 9,36 | 9,41 | 0,05 |
Tussenresultaat | -0,62 | -0,49 | 0,13 |
Vanaf 2020 storting renteresultaat in generieke reserve a.g.v. aanpassing algemene renteomslagpercentage van 2,5 naar 2,2% conform voorschriften BBV | 0,56 | 0,56 | 0,00 |
Renteresultaat | -0,06 | 0,07 | 0,13 |